'Goedemorgen, klootzakken!'

Een voordracht van mij ter gelegenheid van de vrijgezellendag van Lex, uitgesproken in een restaurant in het Utrechtse stadje U. Gelukkig duurde het eten zo lang dat er geen andere gasten meer aanwezig waren toen ik bij de afsluitende koffie het woord nam. Want boy, wat is dat toch irritant, mensen die een voordracht houden in een restaurant.

Als ik aan Lex denk zijn er twee karaktereigenschappen die zich onmiddellijk aan mij opdringen. De eerste is zijn snelheid van handelen. Ik herinner mij mijn eerste verhuizing binnen het Utrechtse stadje U., ongeveer drieënhalf jaar geleden. Acht man had ik ingeschakeld om mij te helpen, maar achteraf gezien lijkt het alsof er maar één man aanwezig was: Lex. De anderen zijn ondergesneeuwd, weggevaagd of gewoon verdwenen uit het plaatje dat ik van die dag op de harde schijf in mijn hoofd bewaar.

Het begon al aan het begin. De andere zeven waren op de verhuiszaterdag wat aan de vroege kant gearriveerd. Gemoedelijk zaten we in mijn woonkamer op de tweede verdieping naast mijn opgestapelde huisraad bijeen onder het genot van koffie met een rondo, toen er ineens gerommel uit de onderbuik van het huis kwam. Was er een bank vanzelf aan de wandel gegaan? Een bed de trap afgevallen? Nee, dat kon niet, alles stond in één kamer opgestapeld en bovendien: ik had niet eens een bed.

Al snel maakte de oorzaak van het gerommel zich kenbaar. Het was Lex die de twee trappen kwam opgerend, tegen niemand in het bijzonder en iedereen in het algemeen “Goedemorgen, klootzakken!” riep, mijn grote fauteuil greep en er weer mee naar beneden snelde. Uit het raam aan de voorkant van het huis zag ik dat hij de fauteuil weinig zachtzinnig in de die ochtend klaargezette Boedelbak gooide. Het gerommel zwol voor de tweede keer aan en daar stond Lex alweer voor onze neus.

'We gaan een treintje maken, klootzakken!' riep hij. Zelfs Paalman, normaal gesproken de grootste ADHD-er in mijn vriendenkring, liet de oude Seventeen die hij in mijn slaapkamer in een doos had gevonden uit zijn handen vallen en sloot zich gedwee aan bij het treintje.

Onder de leiding van Lex veranderde het treintje al snel in een TGV. Dozen, meubels, audioapparatuur: alles werd doorgegeven met een snelheid alsof het emmertjes water waren en wij een brand moesten blussen in onze houten boerderij. Maar dat was niet het meest opmerkelijke aan deze dag. Het kan aan de halve liter Ketel-1 jenever hebben gelegen die ik de avond tevoren had gedronken ter bestrijding van de verhuisstress, maar ik had sterk het vermoeden dat Lex boven in het huis commandeerde welk stuk huisraad naar beneden moest, en tegelijkertijd beneden op de stoep bij de Boedelbak aangaf hoe alle meubelstukken zo efficiënt mogelijk dienden te worden opgestapeld.

Na een bijzonder korte tijdsspanne was de Boedelbak vol en reden we in drie personenauto's naar mijn nieuwe huis. Daar voltrok het wonder zich in omgekeerde richting. Maar zelfs Lex krijgt geen 32 kubieke meter huisraad in een Boedelbak van zestien kubieke meter, dus moesten we terug voor een tweede sessie.

'Jij rijdt met mij mee, klootzak!' zei Lex tegen mij. Hij sprong in zijn auto en ik liep achter een busje van een buurman langs om aan de andere kant van de auto in te stappen. Ineens: piepende banden en het geluid van een auto die in één keer van de eerste naar de vijfde versnelling trok. Toen ik helemaal om het busje heen was gelopen, zag ik Lex nog net aan de horizon verdwijnen - hij was alweer bijna bij mijn oude huis.

Gelukkig kon ik nog met Paalman meerijden, die inmiddels de helft van zijn gebruikelijke opgewektheid had verloren en zelfs - voor zijn doen zeer ongebruikelijk - apathische trekken begon te vertonen. Toen we bij het oude, halflege huis aankwamen stond Lex al te trappelen voor de deur. Hij had de tijd gedood door met zijn mobiele telefoon nog wat zaken af te handelen van zijn werk en zijn computer thuis de opdracht te geven veertien seizoenen van Lost te downloaden. Ik opende de deur, Lex duwde mij opzij en het hele circus begon weer van voren af aan.

Na de tweede uitlaadsessie in het nieuwe huis, fietste ik in mijn eentje nog even naar het oude huis om te stofzuigen. Toen ik weer terugkwam in het nieuwe huis had Lex alle meubels neergezet op een Feng Shui-verantwoorde manier, lampen opgehangen, een deur van de koelkast andersom vastgeschroefd omdat het apparaat nu in een andere hoek stond, mijn stereo-installatie bestaande uit zes losse componenten aangesloten, mijn cd's uitgepakt en gerubriceerd op genre en daarbinnen op alfabet en de elektriciteit opnieuw aangelegd.

Ik wilde Lex vanzelfsprekend bedanken voor zijn medewerking, maar hij was al naar huis, want hij moest die zaterdagmiddag nog een wedstrijd zeilen in Duitsland. Na een rondje lauw bier met een rondo druppelde ook de rest naar huis - behalve Paalman. Als een uitgewrongen vaatdoek lag hij omgekeerd in mijn fauteuil. Het was vandaag zijn eerste kennismaking met Lex geweest en het was hem aan te zien dat dit hem niet licht was gevallen. Met zijn laatste krachten richtte hij zich op, keek mij aan met een lege blik en vroeg halfhuilend: 'Wie is die nazi die hier de leiding had?'

De hele verhuizing, bestaande uit twee ritten met de Boedelbak van Rivierenwijk naar de wijk Lombok inclusief evenzoveel keer in- en uitladen, had ongeveer zes minuten geduurd.

De eigenschap “Snelheid van handelen” hebben we hiermee genoeg behandeld. Dan kom ik nu bij de tweede in het oog springende eigenschap van Lex: zijn attention span. Die is nogal kort. Daarom is dit verhaal nu afgelopen. Ik dank u voor uw kortdurende aandacht.



[ Maar wat is het? ]