De ontdekking van de mosselEen voordracht van mij ter gelegenheid van het jaarlijkse Mosselfestival aan het Lucasbolwerk in het Utrechtse stadje U. Na afloop van mijn verhaal heb ik precies één mossel gegeten. En zes Witte Trappist gedronken. Een uitstekende combinatie!De eerste en voorlopig enige keer dat ik mosselen at, was zo'n tien jaar geleden bij mijn gabber Lex. Alle inkopen waren door hem gedaan en we zouden de mosselen samen bereiden. Zelf had Lex zich de taak toebedeeld om te kijken of het water al kookte; ik moest als mosselmaagd de paar kilo schelpen met koud water wassen in een witplastic afwasbak. 'Kunnen die schelpen niet in de afwasmachine?' vroeg ik. 'Je hebt toch niet voor niets die droomkeuken gekocht op Marktplaats?' Nee, dat kon dan weer niet. Na het betrekkelijk saaie afwassen werd het kooktraject een stuk fascinerender. De dichte mosselen gingen de pan in, bij de openstaande mosselen werd ik geacht met de bolle kant van een lepel op de schelp te tikken. Sommige mosselen gingen na die tik langzaam dicht, waarschijnlijk dankzij een Geheim Natuurhydraulisch Systeem. Zij mochten alsnog de pan in. De mosselen die open bleven staan, waren dood en moesten linea recta de vuilniszak in, drukte Lex mij op het hart. Toch zielig voor de wat meer extraverte mosselen, dacht ik telkens toen ik er eentje weggooide, maar ja, de natuur is keihard - dat wist ik nog wel van mijn jeugd op het platteland. Werken maakt dorstig, dus dronk ik tijdens dit culinaire hamertje-tikspel lustig van de fles dure witte wijn die op het aanrecht stond en waarvan straks een scheut in de pan moest. De drank smaakte prima, maar na een halve fles wist ik niet helemaal zeker meer of het nu de geopende of de gesloten mosselen waren die in de pan moesten. Na driekwart fles tikte ik niet alleen op de open mosselen, maar ook op de gesloten exemplaren - dit terwijl ik ze op bestraffende toon toesprak in het Duits. Toen ik de fles leeg had gedronken, gooide ik gewoon maar alle schelpen uit mijn afwasbak in de pan, ook omdat ik inmiddels lichte trek begon te krijgen. Ik schat dat ik ongeveer een kilo mosselen heb gegeten die avond. De smaak beviel me eigenlijk wel. 'Mosselen zijn net Rivella,' zei ik tegen Lex, 'een beetje vreemd, maar wel lekker. Er had misschien wat meer van die dure witte wijn in het kookwater gekund, maar verder is het prima.' Na het eten gingen we naar een dansnacht in Tivoli. Niet de beste nacht uit mijn leven: ik zag allerlei kleuren die niet bestaan, meende in elk nummer de tekst van Muscles van Diana Ross te horen en voelde me draaierig. Mijn benen waren als de sliertjes groenten die in de mosselpan hadden gedreven. De leuke mevrouw die bij de bar naar me keek, durfde ik niet aan te spreken omdat ik bang was midden in mijn openingszin flauw te vallen. Gerechtvaardigd of niet: vanaf toen had ik officieel mosselangst. Het was zo'n tien jaar later dat ik werd gebeld door de eigenaar van mijn stamcafé. Of ik iets over mosselen wilde vertellen aan het begin van het jaarlijkse mosselfestival. 'Dan krijg je aan het eind van je verhaaltje een bord mosselen aangeboden.' 'Mag het ook een bord saté met friet van café Tilt zijn?' vroeg ik. 'Of nog beter, een dienblad Witte Trappist?' Ik wist niet zo goed wat ik met zijn verzoek aanmoest. Maar toen dacht ik aan wat ik een paar dagen geleden bij de Chinees in een oude Libelle had gelezen: dat je je angsten niet moet ontwijken, maar confronteren. Het kon toch geen toeval zijn dat iemand met mosselangst gevraagd werd voor een mosselfestival? Ik ben dan misschien geen Harry Mulisch, maar zag direct een omgekeerd teken van hogerhand. De schepper had op mijn schelp getikt en nu kwam het eropaan: zei ik ja, dan ging ik de strijd aan met mijn mosselangst, zei ik nee, dan zou ook ik linea recta in de metafysische vuilniszak van het leven verdwijnen. Ik haalde diep adem, zei ja en zat even later al achter mijn computer, waarop ik deed wat iedereen doet die aan een gelegenheidsstukje begint: ik staarde vijf minuten naar een leeg scherm, liep tien rondjes door mijn werkkamer, deed de afwas, stofzuigde het hele huis en alle verdiepingen van mijn portiek, verfde de buitenboel, vernieuwde het dak, ging weer naar binnen, staarde vijf minuten naar een leeg scherm en tikte het te behandelen onderwerp in bij Google. De resultaten van de zoekterm 'mossel' waren op zijn minst interessant te noemen. Ik las onder meer tiener duwt een aardbei in dr mossel jonge pubermeisjes likken elkaars kale natte mossel jongen steekt zijn harde piemel in harige mossel van mollige hoer Als de altijd kritische jonge generatie mosselen zo omarmt, dan kunnen ze toch niet slecht voor je zijn? Ineens had ik een veel fruitiger kijk gekregen op deze zeevrucht. Kortom, ik ga er maar weer eens een paar proberen. Bij dezen verklaar ik mijn mosselangst voor gesloten en het mosselfestival voor geopend! [ Maar wat is het? ] |