[ Dood gaan we allemaal ]

Als mensen mij vragen wat ik per se nog wil doen voordat ik doodga, hoeven ze niet te rekenen op antwoorden als 'een wereldreis maken' (te veel gedoe en ik heb al National Geographic op mijn televisie), 'de marathon van New York lopen' (idem, maar vervang National Geographic door Eurosport) of 'gitaar leren spelen' (dat kan ik namelijk al).

Nee, wat ik per se nog wilde doen voordat ik doodga, is een uitvaartverzekering afsluiten. Ik schrijf wilde, de verleden tijd, want afgelopen vrijdag heb ik deze moeder aller verzekeringen daadwerkelijk afgesloten. Dat mocht ook wel eens, want de tijd dat ik mij onsterfelijk voelde ligt inmiddels ruim achter me. Wanneer ik dat gevoel precies ben kwijtgeraakt weet ik niet, maar het exacte moment moet ergens tussen deze twee scènes liggen uit de nu al bijna vijfendertig jaar durende B-film die mijn leven is:

Scène één: Als dronken passagier zit ik in een auto die 's nachts rond een uur of drie met honderd kilometer per uur over een kronkelig, aardedonker landweggetje snelt. Telkens wanneer de chauffeur voor de lol zijn lichten uitdoet, tot vijf telt en ze weer aandoet, schreeuw ik: 'Langer! Langer!' (Dit was vijftien jaar geleden.)
Scène twee: Nadat ik gekrabd ben door een kat, bel ik in paniek de dokter: 'Ik voel me een beetje raar! Heb ik katsdolheid? Hoe lang heb ik nog? Twee weken, een half jaar, een uur? Nee! NEE! NEEEEEHEEEEEE!' (Dit was vorige week.)

Het voorval met de krabbende kat was voor mij een oogopener: hoe lang dacht ik nog flierefluitend door het leven te gaan? Want ook al woon ik in een portiekwoning, de Dood kan elke dag aan mijn voordeur kloppen. En wie betaalt dan mijn begrafenis of crematie? Nee, het moest maar eens afgelopen zijn met mijn lamlendigheid. Die uitvaartverzekering zou er eindelijk van komen, ook al had ik geen zin om te telefoneren met zo'n reptiel zonder schubben van een verzekeringsmaatschappij, laat staan om een verzekeringsadviseur bij mij thuis uit te nodigen. De laatste keer dat ik zoiets over de vloer had, kroop ik na zijn vertrek zachtjes wenend zelf over de vloer en wilde alleen nog maar dood, maar eigenlijk ook weer niet, want ik had nog geen uitvaartverzekering en hoe moest dat dan allemaal, nu ja, om een lang leven kort te maken: ik zocht mijn heil op internet.

Ik trof het: bij een uitvaartfirma die ik kende van televisie en derhalve vertrouwde (de firma adverteert vaak op National Geographic en Eurosport), kon ik online mijn laatste verzekering afsluiten. Een beetje bevreemdend is deze activiteit wel. Je krijgt een formulier op je scherm met de bekende rondjes die je aan kunt vinken, net als bij elk ander product dat je op het web koopt, maar de inhoud is wat minder vrijblijvend. Je besluit niet of je de gewone of de limited edition van die cd bestelt, maar maakt met een paar muisklikken levensbelangrijke keuzes als: begraven of cremeren? En: serveer ik bij mijn uitvaart alleen koffie, of doe ik er cake bij?

Zover was ik echter nog niet, ik was nog maar aan het begin van de procedure. Vul eerst uw sterfdatum in, las ik op mijn scherm. Misschien moest ik die zin nog maar eens lezen? Vul eerst uw geboortedatum in, bleek er bij nader inzien te staan. Nu ik toch met verzekeringen bezig was, moest ik ook maar eens controleren of mijn ziektekostenverzekering een beter merk contactlenzen zou vergoeden dan het merk dat ik nu droeg. Deze leesfout had ik dan nog net op tijd ontdekt, maar toen ik laatst per abuis Afrukken las in plaats van Afdrukken en deze fout ongeveer twee minuten later bemerkte, kon ik meteen naar de computerwinkel fietsen voor een nieuw toetsenbord. Nog een geluk dat ik geen twintig meer ben, anders had ik ook nog een bezoek aan de gordijnenkoning moeten brengen.

Netjes typte ik mijn geboortedatum in. Over vier maanden en dertien dagen was ik alweer jarig, rekende ik tegelijkertijd moeiteloos uit, want ik ben gezegend met een hoog IQ - bij de meest recente IQ-test van BNN scoorde ik 135. Om Daniël Lohues maar eens te citeren: prachtig mooi, maar wat he'j deran? Een uitvaartverzekering afsluiten kon ik dan nog net zelf, maar voor een ogenschijnlijk simpel klusje als het ophangen van een kapstok moest ik al een domme, maar handige vriend inschakelen. Terwijl hij in mijn muur stond te boren ging ik dan wel naast hem op de grond Plato zitten lezen, maar ergens bekroop me toch de gedachte dat hij beter af was dan ik.

Nadat ik de uitleg over de vaste kosten van een uitvaart had gelezen, kwam ik bij het gepersonaliseerde deel: ik moest keuzes gaan maken. Wat voor kist wilde ik? Dat was makkelijk, de goedkoopste natuurlijk. Volgende vraag: begraven of cremeren? Dat was een moeilijke. Cremeren is efficiënt, begraven heeft stijl. Maar ach, wat heb je aan stijl als je dood bent? Want uw laatste jas meneer, die heeft geen zakken, zong ik grimmig het lied van Nico Haak. Cremeren dan maar.

Nu moest ik beslissen of mijn as in een urn bewaard zou worden, of dat mijn resten zouden worden uitgestrooid over een groen groen knollenland. Wederom een pittige vraag. Toen ik een kwartier was verzonken in een aandachtig gepeins, besloot ik hulp in te roepen. Ik belde mijn domme, maar handige vriend. Nadat ik omstandig had uitgelegd waarom ik belde, adviseerde hij te kiezen voor de urn, want die konden mijn nabestaanden altijd nog gebruiken als handige boekensteun. Ik bedankte hem vriendelijk, hing op en koos toch maar voor verstrooiing over een veld. Stel je voor dat ik de rest van mijn leven na de dood zou moeten fungeren als steun voor Het lelietheater van Lulu Wang. Nee, na mijn dood wilde ik helemaal nergens meer toe dienen. Het leven is een lichtflits in een eeuwigdurende nacht: zo ben je er, zo ben je er niet.

Vervolgens kwam de keuze tussen koffie of koffie met cake en een klik later de categorie waar ik wat langer bleef hangen: muziek. Iemand die bij leven VIP-dj was, moet natuurlijk wel een exquise nummer laten horen tijdens zijn uitvaart. Misschien was Fire van Crazy World Of Arthur Brown een goede keuze? Of Burning heart van Vandenberg. In welke Amerikaanse band had Adje Vandenberg ook alweer gitaar gespeeld? Mijn hersenen begonnen te malen; ik moest mezelf tot rust manen. Ik was een uitvaart aan het voorbereiden, geen deelname aan een popquiz - die twee dingen zijn niet hetzelfde, al was het alleen maar omdat ik bij mijn uitvaart wél als eerste eindig. Nee, de muziekkeuze moest in overeenstemming zijn met hoe ik had geleefd, dus koos ik uiteindelijk voor Waarheen waarvoor van Mieke Telkamp. Dat nummer was ook nog eens een grote hit in mijn geboortejaar - kon het mooier?

De rest van de keuzes zal ik u besparen, maar neemt u maar van mij aan dat het regelen van mijn uitvaart mij zwaarder viel dan het regelen van mijn leven. Sinds het afsluiten van de uitvaartverzekering ben ik dan ook behoorlijk depressief, ook al omdat ik niets meer heb om voor te leven nu ik alles heb gedaan wat ik voor mijn dood nog wilde doen. Misschien 'moet ik er maar eens uit', trainen voor de marathon van New York of een wereldreis maken, niet backpackend maar comfortabel in een mooie auto, met om het een beetje spannend te houden de chauffeur uit scène één achter het stuur en de kat uit scène twee los rondtrippelend op de achterbank. Het gaspedaal diep ingetrapt razen we als een lichtflits door de eeuwigdurende nacht en ik voel me weer onsterfelijk, of de chauffeur nu vijf, tien of honderd seconden zijn lichten uitdoet. En mocht me toch iets overkomen, ergens op een kronkelig, aardedonker landweggetje in de binnenlanden van Thailand, dan zal mijn laatste gedachte de geruststellende mededeling in de voorwaarden van mijn uitvaartverzekering zijn: uw stoffelijk overschot wordt gratis vanuit de hele wereld naar Nederland vervoerd.




[ Maar wat is het? ]