[ Kat en Muis en Paard ]
Heeft iemand misschien ergens een enorme oranje kat gezien? Of nee, laat ik het eerst even uitleggen:
Terwijl ik rustig zat te typen aan wederom een artikel dat het aanzien van de gehele wereld zou gaan veranderen, viel het mij op dat mijn computer wel erg vaak piepte. Zat ik soms met mijn elleboog op de Enter-toets? Of kwam het geluid uit een subliminale laag van de cd van Jeff Mills, die al een uur zijn rondjes draaide, laag in de eenendertig? Tegelijk bemerkte ik dat ik een grote hoeveelheid donkere vlekken voor mijn ogen zag bewegen. Zou dat misschien door de zojuist genuttigde achttien koppen koffie komen?
Pas toen ik uit het raam wilde kijken om weer wat bij zinnen te komen, zag ik de oorzaak van het gepiep en de bewegende vlekken: op het kozijn van mijn balkondeur rende een muis lustig heen en weer. Snel zette ik mijn tropenhelm op, richtte mijn webcam naar rechts en maakte een foto in een rasechte National Geographic-stylee.
In de dagen na zijn eerste verschijning dook de muis steeds vaker op. Ik raakte aan hem gehecht en besloot het beestje een naam te geven: Henk, een gezonde Hollandse naam voor muizen die van kaas houden.
Tijdens het verrichten van wat biologisch veldwerk ontdekte ik hoe en waar Henk mijn kamer binnenkwam en verliet. Naast de afvoerbuis van de wasbak staat een fles schuurmiddel; hier sprong hij steeds bovenop, om zich vervolgens loodrecht naar beneden te laten vallen, precies in een gaatje in de vloer. Toen ik de fles schuurmiddel naar de andere kant van de afvoerbuis verplaatste om het gaatje eens te bestuderen, kwam Henk toevallig net aangerend. Fles of niet, hij sprong toch maar in de lucht, en deed dit maar liefst zes keer achter elkaar. Daarna kwam hij er pas achter dat hij ook zonder te springen het gaatje in kon. Volledig in de war verdween hij naar beneden, om de eerste uren niet meer terug te komen.
Later zag ik hem ook in de keuken, op de gang en zelfs in het café om de hoek. Hoe wist Henk toch zo precies waar hij moest wezen? Beschikte hij soms over een muisgrijze GPS-gadget van de firma Bever Zwerfsport? (De edele zwerfsport wordt overigens steeds populairder - vooral in en rond Hoog Catharijne krijgt men er geen genoeg van.) Het antwoord op deze vraag vond ik toen ik met mijn zaklamp in het gaatje onder de wasbak scheen. Van een oude cocktailprikker (die hij waarschijnlijk had bemachtigd uit de blokjes kaas met een druif die ik graag serveer tijdens wilde seksfeesten) en wat papiersnippers had Henk een wegwijzer gemaakt.
Henk en ik hadden het een tijdje heel gezellig, maar van diverse vrienden en ex-collega's hoorde ik dat het niet lang meer zou duren voordat ik twintig muizen zou hebben in plaats van één. Dan zou het hier langzaam dichtslibben met muizenkeutels, de muizen zouden al mijn mondvoorraad opeten en uiteindelijk zou ik dood en half aangevreten door levensgrote muizen eindigen als een foto in het Utrechts Nieuwsblad, misschien nog met het verkeerde onderschrift ook. Het was, kortom, duidelijk en onontkoombaar: Henk moest dood.
Maar hoe? Een muizenval inzetten vond ik wat burgerlijk, en Henk met mijn ijzeren acht de kop inslaan, daar zou ik wel eens nog meer RSI van kunnen krijgen, nog afgezien van de bloedspetters die mijn design-behang zouden ruïneren. Ook al streefde ik naar het omgekeerde, het zou mij meer pijn gaan doen dan hem.
Maar ziedaar: plotseling viel mijn oog op Wodan, de knuffelkat die hier woont sinds de mislukte tentoonstelling Panorama 1999. Een duivels slim plan ontstond in mijn hoofd, en alles wat ik er voor nodig had lag al in mijn koelkast: een stuk kaas en een fles jenever.
De kaas legde ik vlakbij het muizenhol, en Wodan werd ernaast geposteerd. Volgens mijn plan zou Henk zijn gaatje uitkomen, naar de kaas rennen, en daar ineens geconfronteerd worden met een enorme oranje kat, waarop hij van schrik dood zou neervallen. Daarna zou ik een kort gebed opzeggen en mijzelf een limonadeglas jenever inschenken op de goede afloop.
Helaas liep het allemaal wat anders. Toen ik, na een welverdiende nachtrust, mijn kamer binnenkwam, zag ik daar een tafereel dat ik niet licht zal vergeten, vooral ook omdat ik er een foto van heb genomen. De kaas was verdwenen, Wodan was verdwenen en onder de wasbak lag nu een afgehakt paardenhoofd. Mijn hele tapijt zat onder het bloed en ook mijn design-behang was besmeurd. Uit het muizenhol klonk een onheilspellend gelach, afgewisseld met wat gepiep.
Zelfs een gebed hielp hier niet, dus zocht ik mijn toevlucht maar in de jenever. Nee, met Henk fok ik niet meer. Rest mij nog maar één vraag.
[ Maar wat is het? ]
|