Zaken brachten mij naar onze Hofstad, die de op het eerste gezicht zo vreemde combinatie van statige oude dame en verlopen kroegganger in zich verenigt en daar desondanks zeer tevreden mee lijkt te zijn.
Tenminste, zo zou ik dit verhaal beginnen als ik Simon Carmiggelt zelve was. Maar ik ben hem niet, bovendien is hij nog dood ook en hoezeer ik hem ook bewonder, ik kan me niet teveel aan zijn stijl gaan bezondigen want volgens EW72.com schrijf ik de 'hipste lingo' around en dat is iets wat je van Carmiggelt niet kon zeggen. Doch verder respect naar hem, natuurlijk. Den Haag dus. Wat een teringbende! Wat een chaos! De hoeveelheden zand, vrachtwagens en blokken beton die het straatbeeld rondom het station bepaalden leken onuitbouwputtelijk en bemoeilijkten mijn tocht naar de binnenstad in hoge mate. Dwalende door het oude centrum belandde ik op het Noordeinde, alwaar ik ineens een enorme verhuiswagen zag staan. Een aantrekkelijke blonde tjik (of zoals Harry Mens zou zeggen: 'een lekker stuk') stond aanwijzingen te geven aan de verhuizers. Maar geen tijd om haar aan te gapen nu! Ik was op een missie van God: er moesten echte vinylen 12-inches aangeschaft worden om de rubriek [ I need twelve inches or more ] aan de gang te kunnen houden! De eerste platenzaak die ik binnenstapte was weliswaar goed gesorteerd (zo kocht ik er voor Hfl. 1,- de klassieker Barbecue Party van het Tonny Eyk Quartet - al was het alleen maar om de hoes!) maar had geen enkele 12-inch. Gelukkig verwees de eigenaar mij in plat Haags naar een net geopend winkeltje aan een straat die 'Geest' heette. Dat beloofde wat, en welgemoed wandelde ik erheen door winkelstraten waar ik mij door Haagse hagen van chagrijnig kijkende stelletjes met kinderwagens moest werken. Het geheel deed mij denken aan een miniatuur van de ook al Haagse eenbenige rock 'n roll-dichter Adriaan Bontebal: 'wanneer je op een zaterdagmiddag die stellen ziet lopen, die met een maandagochtend-gezicht een wagen kindervlees voortduwen, dan is het toch schier onmogelijk je voor te stellen dat er ooit een moment van heftige passie aan ten grondslag heeft gelegen.' Zonder noemenswaardige tegenslag vond ik na tien minuten de winkel waar ik moest zijn. Bij binnenkomst moest ik wel eerst op acrobatische wijze over drie bergen tweedehands boeken heenstappen maar toen kwam ik dan ook in het voorportaal van de hemel: bakken vol met de gruizigste hoezen van de planeet. De eigenaar van de winkel, een soort Huub van der Lubbe in zijn jonge jaren, draaide met een bedenkelijk gezicht wat slechte euro-house op een van de twee platenspelers die het zaakje rijk was en vroeg aan een andere man, die gezegend was met het uiterlijk van een kroegeigenaar (kalend, vijftig, snor en buik) of dit nou dance was of niet. Hij wist het ook niet, en samen besloten ze toen maar dat het toch wel dance was, aangezien het 'wel swingend was'. Inmiddels viste ik terwijl het kwijl uit mijn mond liep de ene na de andere kneiter omhoog. Een limited edition van State of Independence van Donna Summer! Streetlife van The Crusaders! Don't stop the music van Yarbrough and Peoples en Joy and Pain van Donna Allen! 'Je mag ook draaien hoor!' zei de vriendelijke kroegeigenaar tegen me, en zelf gaf hij vast het goede voorbeeld door de 12-inch Dancing on the Ceiling van Lionel Richie op 33 toeren af te spelen. 'Hij moet iets sneller!' zei ik tegen hem, en prompt zette hij de draaitafel op 78 toeren. 'Zo beter?' vroeg hij. Er kwam een donkerharige vrouw (of zoals Harry Mens zou zeggen: 'een lekker stuk') van in de twintig de winkel binnen. 'Zo! Zal ik 's even een lekker blowtje voor je draaien?' vroeg ze aan Huub van der Lubbe. 'Dat lijkt me een heel goed plan!' antwoordde hij vrolijk. 'Zal ik dan even een biertje voor je inschenken?' Hij haalde vast twee halve-literblikken Grolsch onder de toonbank vandaan. Terwijl ik met mijn beperkte budget in mijn achterhoofd stond te twijfelen over de aankoop van Can you feel the force van The Real Thing werd er aan de toonbank lustig gewied in de tuin van zo'n archetypische blowconversatie. 'Ik had dus zo'n relaxte hond, weet je' zei Huub. 'Ik moet nou eenmaal niks hebben van opgefokte honden, begrijp je?' De vrouw knikte, maar zat blijkbaar even op een ander spoor van dit gesprek. 'Dus die gasten vroegen aan mij, heb je soms drugs bij je?' sprak ze opgewonden. 'Drugs?! zei ik, was het maar waar, hahaha!' Helaas moest ik hun gesprek verstoren want het werd tijd om mijn buit af te rekenen. Huub ging er even met een kennersblik doorheen en zei toen: 'Weet je wat jij moet horen? Coffee! Met een C!' Even ging het licht in de zaak aan en uit en vanuit het niets had Huub ineens een LP met drie zusters op de hoes in zijn hand. 'Hier! Zet even op!' gaf hij het ding aan de kroegeigenaar, die stomtoevallig ook nog het juiste toerental van 33 selecteerde. Iedereen keek vol spanning toe hoe de naald landde en toen! Toen vulde de ruimte zich met de meest geile disco die ik sinds tijden gehoord had. Ik probeerde een lasso te doen maar stuitte al gauw weer op de stapels boeken en moest mij weer omdraaien, terug naar de toonbank. 'Doe die er ook maar bij!' zei ik door het dolle heen. 'Ik kende dus een man, een kunstenaar,' begon Huub tegen niemand in het bijzonder, 'die heette Coffie, met een C dus. En dat twintig jaar geleden al! Hij zei het tegen iedereen: Ik heet Coffie met een C.' Iedereen verzonk even in gepast stilzwijgen na deze openbaring. 'Ik maak er zestig gulden van,' pakte Huub de draad weer op. 'En dat is een prachtige prijs, vind ik zelf!' Ik gooide twee briefjes van vijftig op de toonbank, en Huub zei: 'Momentje, dan moet ik even gaan wisselen bij de buren!' Hij verdween en kwam vier minuten later weer terug met zes halve-literblikken Grolsch. 'Ja,' verontschuldigde hij zich, 'niemand kon wisselen dus moest ik maar bier gaan kopen. Vervelend is dat toch!' Met mijn wisselgeld en zes 12-inches en een LP rijker verliet ik het pand, na iedereen uitgebreid gegroet te hebben. 'Ik kom nog wel een keer terug met Bin en Olaf!' riep ik nog vanuit de deuropening en stapte naar buiten. En toen ik even later langs een café kwam met de hilarische naam 'Lokaal Vredebreuk' wist ik het zeker: Den Haag is meer rock 'n roll dan ik altijd gedacht heb. Die aantrekkelijke blonde tjik (die volgens mij ook de eigenschappen van statige dame en kroegganger in zich verenigt) zal zich hier best thuis gaan voelen, schreef ik in mijn schrijfblok, gezeten in de Intercity die mij fluks terugbracht naar het Utrechtse stadje U. Naast mij zat een tjik (of zoals Harry Mens zou zeggen: 'een lekker stuk') in een mantelpakje wanhopige pogingen te doen middels steelse blikken mijn handschrift te ontcijferen. Haar pogingen waren vruchteloos, natuurlijk (ik heb nooit hoger dan een vijf gescoord voor schrijven op de lagere school bij meester Uppelschoten), en bovendien nog irritant ook. 'Kijk morgen toch gewoon op maarwatishet.com!' beet ik haar toe. 'Oké, da's goed, sorry,' zei ze, en schreef de URL in haar succes-agenda. Dus nu je dit leest, tjik in mantelpakje: heb je misschien zin om binnenkort met mij eens een biertje te gaan drinken in Lokaal Vredebreuk? Kunnen we daarna misschien nog wel wat 12-inches van Barry White gaan kopen! [ Maar wat is het? ] |