[ Wie is hij? ]


Zich een weg hakkend door het Kambodjaanse oerwoud stuitte Henri Mouhot, een negentiende-eeuwse Franse ontdekkingsreiziger, op een brede gracht rond een tempel. Het was Angkor Vat, het grootste religieuze monument op aarde.

Ik bedoel maar: als je mooie zinnen verzamelt (zoals ik al jaren doe, ik heb er zelfs een speciaal kistje voor), is het elke keer weer een feest om een folder van het Wachttorengenootschap op de mat aan te treffen.

In een snackbar, gesitueerd in het noordoosten van het Utrechtse stadje U. bestelde een man naast me een patat dubbel zout/dubbel mayonaise, twee patat met, twee frikadellen speciaal, een patat-shoarma en vier hamburgers speciaal. Tenminste, zoiets moet het geweest zijn; de man had nogal een spraakgebrek, wat zeg ik: er was geen touw vast te knopen aan wat hij zei. Misschien vroeg hij wel gewoon om een goed doorbakken oude schoen, wie zal het zeggen? Hij in ieder geval niet.

'Of was u soms eerder?' vroeg de uitbater aan mij. Ik nam de man naast mij eens in me op. Hij was ongeveer twee meter lang en - in tegenstelling tot wat zijn bestelling deed vermoeden - broodmager. Een spijkervest zonder mouwen liet zijn armen bloot, waardoor een setje mysterieuze tatoeages goed zichtbaar was. Z'n haar was lang en de staat waarin het verkeerde verried dat de man een fervent gebruiker was van Andrélon iedere maand-shampoo. En littekens! Niet te beschrijven! Littekens ontsierden zijn gezicht, zou ik kunnen proberen, maar hij was zo lelijk dat de vele littekens die hij bezat zijn gelaat juist opsierden.

'Eh... Nee, hij was eerder!' antwoordde ik. 'Eerder dan iedereen!' voegde ik er veiligheidshalve aan toe.

Noem mij ouderwets, maar ik vind dat een zichzelf respecterende folder iets aan dient te prijzen. De folders van de Jehovah's Getuigen doen dat naar behoren: ze prijzen een nieuwe, betere wereld aan. Met plaatjes, ook nog. De wereld mag dan wel ten onder gaan aan oorlog, hongersnood, racisme, domheid in het algemeen, geldzucht, egoïsme en woningnood (vooral in het Utrechtse stadje U. is het erg zeg! Man!): de vierkleurenfolder belooft mij dat het allemaal beter zal worden. Maar in overeenstemming met datgene waar zijn naam voor staat, staat er, zal Jehovah zijn oorspronkelijke voornemen met de mensheid en de aarde ten uitvoer brengen (Psalm 115:16; Openbaring 11:18). Hij zal het paradijs op aarde herstellen voor degenen die bereid zijn hem als zijn kinderen te gehoorzamen. - Spreuken 8:17; Mattheus 5:5.

Al ruim zes jaar speel ik gitaar, maar om onduidelijke redenen beheers ik nog steeds het intro van Stairway to Heaven niet. Dat is op zich niet zo erg, maar ik werd geacht juist dat intro over vijf minuten aan Erikm te leren. Tevens waren mijn sigaretten op. Voor dat eerste probleem had ik nog geen oplossing, om het tweede probleem op te lossen was ik hier naar deze snackbar gekomen. 'Kan ik geld wisselen voor de sigarettenautomaat?' vroeg ik de uitbater, toen hij mij aankeek. De bestelling van de man naast me lag al te knetteren in het frituurvet, blijkbaar had de uitbater een beter gehoor dan ik (of hij had gewoon een oude schoen in het vet gegooid, dat kon natuurlijk ook). Ik wisselde mijn briefje van vijfentwintig.

Wat betekent dat eigenlijk, 'Jehovah'? De folder meldt: Deze naam wordt beschouwd als de causatieve vorm van het Hebreeuwse werkwoord ha-wah' ('worden') en betekent derhalve 'Hij veroorzaakt te worden'.

Plotseling begon het frituurvet wel heel erg hard te spetteren. De kleur veranderde van roestbruin in felgeel en hier en daar sprongen er wat vetspetters uit, tot ver over de toonbank. Als door een wonder bleven de uitbater en ik gespaard, maar de man naast me kreeg er een paar op zijn arm. Schreeuwend van pijn deed hij een paar stappen naar achteren. Net als zijn woorden waren ook zijn schreeuwen niet te verstaan. Of toch? 'Ha-wah'!' riep hij. 'Ha-wah'!' Zwaaiend met zijn armen (ik zag nu pas dat er gaten in zijn handen zaten) wankelde hij door de zaak, hier en daar wat stoelen omverwerpend en algehele chaos veroorzakend. Achter mij stootte iemand van schrik zijn blikje cola om, een brede stroom van het roestbruine spul baande zich een weg naar de uitgang van de snackbar. En toen: net zo plotseling als hij begonnen was met schreeuwen, hield de man weer op, en ging zitten op een van de weinige stoeltjes die nog overeind stonden.

Dat hebben we dan ook weer gehad, dacht ik, en haalde zeven gulden vijftig van mijn net gewisselde geld uit m'n broekzak. 'Zich een weg banend door het oerwoud van formica tafeltjes stuitte Oxysept, een twintigste-eeuwse Nederlandse ontdekkingsreiziger, op een brede cola-gracht rond een tempel. Het was de sigarettenautomaat, het mooiste commerciële monument op aarde,' zei ik in mijzelf, en drukte op het knopje met de kameel.

Dertig seconden later betrad ik het paradijs.



(Tenzij anders aangegeven, zijn alle aangehaalde schriftplaatsen genomen uit de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift - met studieverwijzingen, uitgave 1995)




[ Maar wat is het? ]