[ Zelf Martin Bril worden (valt helegaar niet mee) ]

Omdat Volkskrant-columnist Martin Bril een paar weken met vakantie zou gaan, schreef de Volkskrant eind juni een wedstrijd uit met de titel 'Zelf Martin Bril worden'. De opdracht: schrijf uw eigen imitatie-Martin Bril-column, met gebruik van zoveel mogelijk stijlkenmerken van de meester zelf.

Hiertoe aangespoord door de voorzitter van mijn fanclub (tevens mijn ex-buurman), stuurde ik ook een poging in en verdomme! Ik wist niet eens een plekje tussen de vijftien prijswinnaars te bemachtigen, laat staan een notering in de top-3. Blijkbaar hoor ik thuis in het anonieme legioen van 1171 babbelende krabbelaars, baardige personeelsbladenmakers en stencilende recensenten van Gele Knaries 5 tegen Groene Uilen 3. Nu, die fanclub kan dus ook wel opgeheven worden.

Van deze uitslag raakte in zo'n ernstige existentiële crisis dat ik mij op voorschrift van de voorzitter van mijn fanclub terstond in de plaatselijke horeca stortte voor een stevige slemppartij die 'tot in de vroege uurtjes' duurde. De volgende middag werd ik moeizaam wakker, liep naar een willekeurige spiegel en zag dat ik nog steeds mijn zonnebril in mijn grijzende haar had. Met lodderige ogen keek ik naar een gegroefd gezicht. 'Je lijkt op iemand,' rochelde ik tegen mijn spiegelbeeld, 'maar op wie?'



SNACKBAR

Een combinatie van zware regenval en lichte trek dreef mij op de Overtoom richting de snackbar van Dikke Cor. Ik ging naar binnen - een paar roodbruine bladeren waaiden achter mij aan de kleine ruimte in voordat ik de deur weer dicht kon doen.

Herfst in Amsterdam en rokjesdag leek nog nooit zo ver weg.

Misschien dat een patat speciaal mij op kon beuren - ik had vannacht op RTL 4 bij de talkshow van Oprah Winfrey gezien dat eten je stemming kon beďnvloeden. Emotioneel eten, zo noemde Oprah dat, en ik geloofde haar onvoorwaardelijk, want afgaande op haar postuur leek ze me iemand die alles van eten wist, zowel emotioneel als niet-emotioneel.

Enfin.

De snackbar werd niet meer bestierd door Dikke Cor, zag ik al snel. Dikke Cor was vervangen door drie Chinezen. Zoals het Chinezen betaamt waren ze alledrie klein, dun en beweeglijk - samen wogen ze net zoveel als Dikke Cor. Eigenlijk verraste deze verandering me niet: het lijkt wel alsof langzaam maar zeker alle snackbars door Chinezen worden overgenomen. Elke avond laat ik me door het Journaal vertellen dat de Chinese economie de snelst groeiende economie ter wereld is, maar blijkbaar groeit-ie toch nog zo langzaam dat veel Chinezen een carričre in het Nederlandse snackbarwezen overwegen.

Nadat ik mijn bestelling had gedaan, ging ik aan een formicatafeltje zitten. Druk was het niet. Er waren nog vier formicatafeltjes, waarvan drie leeg. Aan het vierde formicatafeltje zaten vier mannen in donkerblauwe pakken. Ze praatten over targets die ze gingen halen, Service Level Agreements, leaseauto's en eindejaarsbonussen. Hun mobiele telefoons lagen naast elkaar op de formicatafel. Het zag er, als je er langer dan vluchtig naar keek, een beetje dreigend uit.

Terwijl iedereen zich druk maakt om Al Qa'ida, nemen Chinezen en mannen in donkerblauwe pakken de wereld over.

Ik probeerde mijn stoel te verzetten, maar dat lukte niet - het ding zat met zijn stalen voet vastgemaakt aan de grond. Er restte mij weinig meer dan in het rond kijken. Ik vroeg me af of de Chinees die mijn patat aan het frituren was, ooit zelf een patat speciaal had gegeten. Waarschijnlijk niet.

En waar zou Dikke Cor nu zijn? Misschien wel in China, om met zijn Hollandse gezelligheid en expertise de Chinese muur tot de grootste automatiek ter wereld om te bouwen, want een ondernemend type was Dikke Cor altijd al geweest. Hij zette tenminste als eerste de Sito-stick, de Mexicano en de Viandel op zijn menukaart en was er ook vroeg bij met die mierzoete Surinaamse limonade in gekleurde blikjes, kom, hoe heet dat spul ook alweer?

Ineens zette een Chinees die onhoorbaar naar mijn formicatafel was geslopen met een gedienstige glimlach mijn patat speciaal voor me neer. Het bleek de lekkerste patat speciaal die ik ooit had gegeten. Toen ik de laatste kruimel op had, rekende ik af en verliet in een uitstekend humeur de snackbar. Buiten was het droog.

Eigenlijk was die hele Dikke Cor maar een vervelende kerel geweest ook.



[ Maar wat is het? ]