Dubbel zout, dubbel mayonaise

Eerder gepubliceerd als column in Playboy #02/2019

Om kwart over vier zaterdagnacht stond ik in een Griekse snackbar tussen een stuk of vijfentwintig schreeuwende, vretende en nog harder schreeuwende dronkenlappen en dacht: als het nu kwart over vier 's middags zou zijn, zou de politie komen om de hele boel te 'de-escaleren' en daarna zou de zaak een half jaar dicht moeten alsof er een granaat in de vensterbank was gevonden.

Het duurde nog even voor ik mijn pita gyros kon bestellen, dus ik had alle tijd om na te denken. In het café waar ik net vandaan kwam, had iemand mij het boek Sapiens van Yuval Noah Harari aangeraden. Hoe heeft die Harari een heel boek over de hele geschiedenis van de hele mensheid kunnen schrijven zonder voortijdig hararikiri te plegen? vroeg ik me af. Ik zou zelf een wat meer behapbaar onderwerp nemen voor een non-fictieboek. De geschiedenis van de Homo Snackiens bijvoorbeeld, en dan specifiek die van mezelf. Hoe lang stond ik nu al in het hol van de nacht in dit soort tenten? Bijna dertig jaar, rekende ik uit terwijl een dronken vrouw een paar plekken voor mij haar patat speciaal kreeg geserveerd.

Waar moest mijn boek over de Homo Snackiens mee openen? Met een pakkende scène bij de FEBO natuurlijk, de plek waar ik mijn nachtelijke snackcarrière ben begonnen. Een patat mét en twee kippenvleugels was mijn vaste bestelling. Een vriend met wie ik daar soms kwam, bestelde altijd een patat dubbel zout, dubbel mayonaise. De medewerker achter de balie - het haar nog vetter dan de kippenvleugels - legde dan eerst een laag mayonaise op de bodem van een patatbakje, daarna deed hij de normale hoeveelheid mayonaise in het sausvakje, dan kwam de patat in het bakje en over de patat ging vervolgens, u raadt het al, heel veel zout. Vreemd genoeg had die vriend de fysiek van een breinaald.

Daarna ontdekte ik de shoarma. Lekker kliederen met knoflooksaus en rode saus, en dat houten bakje gaf het evenement een jarenzeventig-huiselijke sfeer. Vervolgens evolueerde ik naar de döner kebab, al betwijfel ik of dat een evolutie was in de zin van kwalitatieve vooruitgang. Als ik om kwart over vier zaterdagnacht in mijn vaste kebabzaak de kleine dikke medewerker een enorme rol samengeperst vlees uit een stuk plastic zag snijden en op de draaistaaf zetten, vroeg ik me twee dingen af: 1. waar zou dat vlees vandaan komen en 2. zou die man beseffen dat hij precies hetzelfde formaat heeft als die rol vlees?

De dronken vrouw een paar plekken voor mij pakte haar bakje patat speciaal op. De helft van de patat viel eruit en landde in de vitrine op bevroren kroketten en andere snacks. Ze had het niet door. Ik dacht: ach, zijn we niet allemaal een rol samengeperst vlees? Door alle gyros voor, achter en naast mij moest ik ineens denken aan het engste YouTube-filmpje dat ik ooit heb gezien. Het duurde bijna tien minuten, was opgenomen met één vaste camera en het enige wat je zag (en hoorde), was een groot gezelschap dat in een lelijke huiskamer zat te gourmetten. Wat ik er zo angstaanjagend aan vond, weet ik niet precies - waarschijnlijk het ontbreken van elke vorm van context.

Nog enger: ik heb het filmpje nooit meer terug kunnen vinden. In de YouTube-balk zoeken op 'gourmetten' is te algemeen, en met 'het failliet van de mensheid' krijg ik een trailer van cabaretier Tim Fransen te zien. Als u googelt op 'Robert van Eijden', krijgt u trouwens als een van de eerste resultaten: Robert van Eijden wil met rust gelaten worden. Nu weet u nog niet veel, maar wel wat u te doen staat als u mij om kwart over vier zaterdagnacht in een Griekse snackbar ziet.

<< Vorige column | Volgende column >>



[ Maar wat is het? ]