Het doeltje van het levenEerder gepubliceerd als column in Playboy #04/2019Soms vragen mensen mij of ik kinderen heb. Dan zeg ik nee. Soms vragen ze dan of ik kinderen wil. Dan zeg ik weer nee. Sommige mensen zijn zo stom om vervolgens te vragen waarom niet. Dan zeg ik dat ik de cyclus van het menselijk lijden niet onnodig wil verlengen. Dan is de stemming er meestal behoorlijk uit en komt-ie er ook niet meer in. Voor artistieke types zoals ik is het bovendien helemaal niet verstandig om kinderen te krijgen, want dan maakt je ego plaats voor zorghormonen, en hoe kun je dan ooit nog goede kunst maken? Als ik voor Lucas, Levi en die schattige Julia moet zorgen, kom ik nooit op nummer 1 in de bestsellerlijst. Of in de hitparade. Of op het WK 2022 in Qatar als luie spits van het Nederlands elftal. Blijven dromen - daar heb je tijd genoeg voor als je geen kinderen hebt. Aan de andere kant: je krijgt er zoveel voor terug! Ja, bij vrienden met kinderen zie ik de ogen geregeld oplichten, maar dat is dan als ze het hebben over een weekendje weg zonder de kinderen dat over driekwart jaar gepland staat. Het enige voordeel van je eigen setje kinderen dat ik kan bedenken, is dat je als 47-jarige man ongegeneerd met speelgoed kunt spelen en dat niemand dat dan gek vindt. Sterker nog: het wordt toegejuicht, onder het motto quality time. De Fisher Price-garage, de Viewmaster, het piratenschip van Lego... Ik droom er nog geregeld van. Hoewel die droom ook mét kinderen waarschijnlijk niet uit zal komen. Kinderen willen niet met papa en zijn piratenschip spelen, ze willen in hun eentje voor de YouTube zitten en kijken naar 'pranks' van vloggers, videoclips van Billie Eilish en oude afleveringen van Bassie & Adriaan. Over acrobatiek gesproken: vorige week wandelde ik langs het park in mijn buurt. Het was de eerste lenteachtige dag van het jaar en een vader was met zijn zoontje aan het voetballen. Vader had de bal aan de voet, zijn nageslacht stond - met professionele keepershandschoenen aan - in het doeltje. Toen de vader een lusteloze roller naar de goal had verstuurd, schopte het jongetje de bal terug, ging rechtop staan en riep: 'Ik wil meer passie zien!' Ik bleef even staan om te kijken of vader zijn spelplezier zou hervinden en te horen of zijn kind nog meer Van-Gaalkabaal zou maken. De vader dribbelde een halve cirkel in het tempo van een bejaarde die een handgeschreven brief gaat posten en schoot twee meter naast. Ik wist zeker dat zoonlief een eye roll maakte, ook al kon ik dat niet zien omdat ik schuin achter het doeltje stond. Intussen kwam de bal recht op mij af. Het jongetje draaide zich om en riep naar mij: 'Meneejjjr!' Hij had een Gooise 'r' die zelfs voor Kinderen voor Kinderen te fur ging. Ik voelde dat ik - geheel tegen mijn natuur in - actie moest ondernemen en maakte me klaar om de bal terug te schieten in de stijl van Arie Haans afstandsschot tegen Italië op het WK 1978 in Argentinië. Timing is alles in het leven, dus precies op het juiste moment haalde ik uit. In tegenstelling tot Arie Haan rende ik daarna echter niet juichend over het veld, gehinderd als ik werd door een vlammende pijn in de knie van mijn standbeen. Terwijl ik jammerend naar de grond ging, hoorde ik het jongetje lachen alsof hij naar een wel heel erg leuke oude aflevering van Bassie & Adriaan zat te kijken. Het werd mij duidelijk dat er voorlopig geen eind zou komen aan de cyclus van het menselijk lijden. << Vorige column | Volgende column >> [ Maar wat is het? ] |