Even een cadeautje kopen

Eerder gepubliceerd als column in Playboy #12/2024

Even een cadeautje kopen, ja, dat klinkt makkelijk, maar bij de c van cadeautje krijg ik al steken in mijn lies. Mijn vriendin werd weer eens jarig en een week geleden had ze subtiel laten vallen dat ze in de Bijenkorf tot genoegen een nieuwe parfum had geprobeerd, maar hij was te duur om te kopen, tenminste, te duur voor háár, nudge nudge, wink wink.

In een bijzin had ze de naam van de parfum genoemd, en de prijs, en hoe ik bij de parfum kon komen (ongeveer tien meter na de ingang naar links lopen). Oké, say no more. De naam van de parfum was Not a Perfume, dat had ik als liefhebber van het surrealisme wel onthouden, maar de merknaam wist ik niet meer. Al met al had ik net genoeg aanknopingspunten voor een spontaan door mij gekozen verjaardagscadeautje. Op zaterdagmiddag wandelde ik naar de Bijenkorf, stapte de draaideur in, draaide rondjes tot mensen boos werden en ging naar binnen, duizelig en bang dat ik zou worden bespoten met een nieuw geurtje op basis van giraffenmusk.

De parfumafdeling van de Bijenkorf bleek het omgekeerde te zijn van mijn stamcafé: een enorm grote ruimte, enorm licht en bevolkt door enorm veel mensen - de enige overeenkomst was dat er overal flesjes met alcohol stonden. Daar hield ik me dan maar aan vast, net als aan de routekaart in mijn hoofd, ongeveer tien meter na de ingang naar links, maar daar vond ik niets wat op Not a Perfume leek. Trillend ging ik terug naar de plek tien meter van de ingang en nam het pad naar rechts, maar daar kon ik het ook niet vinden. Het werd me duidelijk dat ik om hulp moest vragen. Minder duidelijk was het wie van alle verveeld kijkende, jonge vrouwen hier het personeel was en wie de klant - een ervaring die je in slechte cafés ook vaak hebt.

Mijn complete portie assertiviteit voor het hele weekend verbruikend liep ik naar een formeel geklede jonge vrouw toe die naar parfum rook. Ik vroeg waar ik Not a Perfume kon vinden. Even was ik bang dat mijn vriendin samen met de Bijenkorf een surrealistische prank had voorbereid en dat de vrouw naar een hoek zou wijzen en zou zeggen: 'Niet in die hoek.' Zo ging het niet. Ze wees naar een hoek vlak bij ons en zei: 'In die hoek.' Ik liep naar die hoek. Het licht was feller dan in een operatiekamer en synthetische geuren kwamen van overal. Zelden was ik in zo'n voor mij wezensvreemde omgeving geweest. Ik voelde me als een vrouw in een wetenschappelijke boekwinkel.

Ook hier kon ik de parfum niet vinden. Toen ik halfhuilend naar de uitgang en naar huis wilde gaan, klonk er een hemels muziekje en zag ik de heilige graal staan: Not a Perfume, van de firma Juliette Has a Gun - als de geur net zo goed zou zijn als de merknaam, was de parfum deze queeste toch nog waard geweest.

Ik pakte het doosje, fluisterde hard de naam van de parfum en liep ermee naar een kassa. Bij een verveeld kijkende, jonge vrouw pinde ik een bedrag waarmee een gemiddeld Afrikaans land al zijn inwoners kan voorzien van een Miss Sporty-tester. Met een klamme hand pakte ik het bonnetje aan en besloot dat ik ook maar eens een parfum moest gaan 'ontwerpen' en voor veel geld gaan verkopen, een parfum niet op basis van giraffenmusk, maar op basis van het angstzweet van een man in een parfumwinkel. De naam had ik al bedacht: Eau de Paniek.

<< Vorige column | Volgende column >>



[ Maar wat is het? ]