Ga maar op de bank liggenEerder gepubliceerd als column in Playboy #02/2025De wereld staat deze maand niet alleen stil bij het neerstorten van het Manchester United-elftal (februari 1958), de watersnoodramp in Zeeland (februari 1953) en het bombardement op Dresden (februari 1945). Het is ook een jaar geleden (zeg maar gerust februari 2024) dat ik van mijn fiets viel en een breuk in mijn linkerheupkom opliep. Als een van de indirecte gevolgen van mijn val kreeg ik zes keer fysiotherapie aan huis, een ervaring die nog vreemder is dan fysiotherapie bij de fysiotherapeut. De jonge fysiotherapeute was mij per e-mail toegewezen, natuurlijk had ik haar even gegoogled voor de eerste afspraak. Toen ze mijn portiektrappen op kwam lopen, leek ze behoorlijk op haar foto online, zij het dat ze een stuk kleiner was (al kan dat ook aan de instellingen van mijn browser hebben gelegen). Een onbekende in je huis is moeilijk, zeker voor iemand die een bekende in zijn huis al moeilijk vindt. Ze prees mijn tegeltje met een afbeelding van een stronk broccoli aan de muur en bekeek de stapel boeken naast mijn bank. Na een gesprek over de romans van Mieko Kawakami zei ze: 'Ga maar op de bank liggen.' Het gebeurt niet elke dag dat een vrouw dit tegen me zegt, maar we bevonden ons in een professioneel-medische situatie, dit verzoek had niets met seks te maken. Ik ging liggen en op haar aanwijzingen deed ik wat rek- en strekoefeningen, waarbij de ene me wat beter afging dan de andere. Bij de vierde sessie, zes weken later, merkte de fysiotherapeute op dat ik veel stabieler liep dan de vorige keren. Ik zei dat ik vóór mijn val al liep met de tred van een terminale bejaarde, dus dat deze prestatie van mij uitzonderlijk was in de geschiedenis van de fysiotherapie. Ze stelde voor dat ik een rondje door de woonkamer zou lopen met een boek op mijn hoofd. Ah, dacht ik, net als Kelly Bundy in die ene aflevering van Married... with Children waarin ze oefent voor een baantje als fotomodel. Ik pakte een boek van de stapel en legde het op mijn hoofd - hoe toepasselijk, het was Kawakami's roman Hemel. Nog voor ik een stap had gezet, gleed het boek van mijn hoofd. Bij de tweede poging bleef het liggen en kon ik vijf stappen zetten. Bij mijn derde poging paradeerde ik kaarsrechtop door de kamer, mijn knieën optrekkend als een raspaardje. Overdreven articulerend als Kelly Bundy in die iconische scène zei ik langzaam: 'I am a model.' Als reactie verwachtte ik een fysiotherapeutisch verantwoorde lach. Helaas, ik viel alweer, deze keer in een generatiekloof: ze had nog nooit van Married... with Children gehoord. Terwijl ik rondjes bleef lopen, vertelde ik de fysiotherapeute alles over deze topserie in het algemeen en over een van mijn favoriete afleveringen in het bijzonder, die waarin Kelly's broertje Bud sportfeitjes aan haar gaat leren zodat ze bij een quiz een tv-toestel kan winnen. Tijdens de aflevering blijkt dat Kelly een zeer beperkt werkend geheugen heeft - wanneer haar brein vol zit en er komt een nieuw weetje bij, valt er oude kennis uit. 'Nou ja,' besloot ik, 'je moet 'm zien.' Over 'zien' gesproken. Vanuit februari 2025 bezien ben ik misschien daarom wel van mijn fiets gevallen: ik had zoveel feitjes op Wikipedia gelezen dat ik was vergeten hoe ik moest fietsen. Ik had het kunnen weten: Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed, staat er al in een van de Bijbelboeken. Welke? Dat durf ik niet op te zoeken, straks vergeet ik hoe ik rondjes door mijn woonkamer moet lopen met een boek van Mieko Kawakami op mijn hoofd. << Vorige column | Volgende column >> [ Maar wat is het? ] |